dinsdag 18 augustus 2009

Groenten en fruit = Beter dan een spaarpot!

Groenten en fruit zijn gezond, dat is bekend. Voor het eerst blijkt echter uit een studie dat ze ook een uitstekend appeltje zijn voor de dorst…

Een gezonde voeding met veel groenten en fruit is al van in de kindertijd belangrijk. Toch is het nooit te laat om goede voornemens te maken en de 'koers bij te stellen', ongeacht de leeftijd. Op je voeding letten is niet alleen goed voor de gezondheid - het vermindert de kans op hart- en vaatziekten en op kanker - maar ook voor het geld dat we elk jaar besteden aan gezondheidszorg.
Dat is logisch, zult u opmerken, maar het moest wel nog bewezen worden. Wel, dat is nu gebeurd, met een Amerikaanse studie bij een elektriciteitsleverancier, de Chicago Western Electric Company. De resultaten van dit 'economisch' onderzoek werden onlangs verspreid naar aanleiding van het tweede wetenschappelijke forum 'Azië-Pacific' van de American Heart Association (www.americanheart.org).

Aanbevolen consumptie

Bijna 50 jaar geleden (1957-58) evalueerden onderzoekers van het departement preventieve geneeskunde van de Northwestern University in Chicago voor het eerst de gezondheidstoestand van 1.077 mannen uit de Chicago Western Electric Company tussen 44 en 55 jaar. Die hadden op dat ogenblik nog geen antecedenten van hart- en vaatziekten.
Bijna 25 jaar later, van 1984 tot 2000, vlooide de Health Care Financing Administration van de stad grondig de uitgaven uit die de overlevende vrijwilligers (boven de 65 jaar) besteedden aan gezondheidszorg. Om rekening te houden met de inflatie, werden alle kosten aangepast aan de consumptie-index van het jaar 2000.
De deelnemers werden geklasseerd op basis van hun consumptie van groenten en fruit in 1959: laag (minder dan 14 porties per maand), matig (tussen 14 en 42 porties per maand) en hoog (meer dan 42 porties per maand). Als standaard voor 1 portie nam de studie het kopje, m.a.w. ongeveer 150 g plantaardig voedsel.
Voedingsspecialisten bevelen over het algemeen 5 porties groenten en fruit per dag aan, dus 500 tot 600 g.

Een veel lager ziektebudget!

De 237 mannen uit de groep van de 'grote' groente- en fruitverbruikers gaven jaarlijks veel minder uit dan de twee andere groepen. Vooral hun kosten voor de behandeling van hart- en vaatziekten lagen aanzienlijk lager.
Laten we even een snel rekensommetje maken: 11.416 $ (ongeveer het equivalent van euro's), tegen 14.655 $ voor de 290 mannen uit de 'zwakke' groep en 12.622 $ voor diegenen uit de tussengroep. Een besparing dus tussen 1.200 en 3.200 $! Dat betekent een besparing van ongeveer 115 $ per portie groenten of fruit. Doodgewoon verbluffend, temeer omdat de andere cardiovasculaire risicofactoren geen enkele invloed hadden!
Deze cijfers zijn beslist het overdenken waard, vooral bij onze ouder wordende bevolking. Meer groenten en fruit eten zou wellicht ook een gezondheidskuur betekenen voor onze steeds amechtiger sociale zekerheid…

Nicolas Rousseau, diëtist-voedingsdeskundige
10/06/2003

vrijdag 7 augustus 2009

Je bent wat je eet

Eet- en drinkgewoonten uit de kinderjaren zijn vaak van grote invloed op voedingsgedrag in het latere leven van een persoon.
Zowel in goede als ongunstige zin. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek. Volgens het Voedingscentrum in Den Haag kunnen ouders een belangrijke bijdrage leveren aan de gezondheid en het welzijn van hun kinderen door zelf het juiste voorbeeld te geven van goede voeding én voldoende beweging.

Papegaaigedrag
Het Voedingscentrum wijst vanaf vandaag in een nieuwe campagne ouders van kinderen van nul tot vier jaar op hun voorbeeldfunctie en het belangwekkende 'papegaaigedrag' van hun kroost in die eerste jaren.

,,Als ouders het goed voordoen, doen kinderen het goed na', zegt Patricia Schutte, voedingsdeskundige en woordvoerder van het Voedingscentrum te Den Haag. ,,We laten vaders en moeders zien hoe ze dit kunnen doen en reiken hen ook hulpmiddelen aan om dat goede voorbeeld te kunnen zijn. Zo gaan we hen laten zien wat het effect is van hun eigen (slechte of gezonde) eet- en beweegpatroon op het welzijn en de gezondheid van hun kinderen.'

Doorslaggevend voor de nu gestarte voorlichtingscampagne 'Energiebalans' zijn studieresultaten over voeding, beweging en opvoeding in gezinnen van 534 ouders/paren met jonge kinderen, allen ingeschreven bij consultatiebureaus voor zuigelingen en peuters. Bij 15 procent van de twee- tot vierjarige kinderen, bleek sprake van overgewicht; 3,7 procent van de peuters en kleuters voldeed zelfs aan de norm voor obesitas.

Zoete melk
In het onderzoek blijkt volgens de wetenschappers dat ouders uit de onderzochte groep (uiteindelijk 370 paren) dikwijls opvattingen en gedragingen hadden die kenmerkend zijn voor een ongezonde leefstijl voor kinderen. 'Zo was men in één op de zeven gezinnen niet gewend te ontbijten, beschouwde 43 procent gezoete melkproducten als een goede vervanger voor echte melk, en had 39 procent van de kinderen altijd frisdrank bij de hand.'

Onvoldoende tijd
Bovendien gaf circa 20 procent van de ouders aan over onvoldoende tijd te beschikken met het kind naar buiten te gaan. Daarbij had één op de tien peuters van twee tot vier jaar televisie op de kamer, mocht 22 procent zelf bepalen wanneer het toestel aanging, en mocht negen procent net zo lang voor de buis zitten of spelen als hij of zij dat wilde.

In bepaalde stadswijken is een derde van de basisschoolleerlingen te zwaar en is bij negen procent sprake van obesitas. Het probleem doet zich voornamelijk voor in gezinnen waarvan één of beide ouders kampen met overgewicht en bij kinderen uit allochtone gezinnen.

Kinderen kopiëren het gedrag van hun ouders. Zijn ouders daarom ook verantwoordelijk voor het slechte eetgedrag en/of overgewicht van hun kinderen?