Eigen moestuin: lekkerder, maar ook goedkoper?

Verse groente uit de eigen moestuin heeft een aantal voordelen. Je eet vers, het gaat van de plant in de pan en ligt niet dagen in de schappen van de supermarkt.
Daardoor is zelfgeteelde groente ook vitaminenrijker. Groente die zonder kunstmest wordt geteeld is niet 'opgejaagd' en dat komt volgens kenners de smaak ten goede. Nog een voordeel: je kunt eens wat andere soorten en rassen proberen dan de standaardproductie, die vaak vooral wordt geselecteerd op uniformiteit (bijvoorbeeld omdat alles tegelijk oogstbaar moet zijn) en minder op smaak.

Bij zomerfruit als aardbeien is al sinds jaar en dag door de milieubeweging geconstateerd dat er te veel bestrijdingsmiddelen op de vruchten zitten, bij eigen teelt kun je gifvrij werken. Nadeel is de hoeveelheid tijd die je in een tuin moet steken. Als het je liefhebberij is maakt dat niks uit, maar naast een baan kan een volkstuin gauw te veel zijn. Veel hangt af van hoe perfect je het wilt, maar ruwweg moet je per 100 vierkante meter toch wel op een uur werk per dag rekenen. In droge tijden moet je met gieters af en aan naar een pomp, in natte en warme periodes brult het onkruid de grond uit.

En dan de kosten. Als je gewend bent om nu biologische groenten te kopen, is zelf telen zeker een financieel haalbare kaart. Voor gangbare groenten is het voordeel veel minder groot. Je moet huur voor je tuin betalen, soms nog een sleutel aanschaffen, er moet mest worden gekocht en zaden worden aangeschaft. Als de groenten goed zijn, liggen ze vaak ook voor een habbekrats in de winkel en wie te veel teelt zal energiekosten maken door groenten in te vriezen. Als je alleen naar geld kijkt, kun je je met één gedachte troosten: er zijn véél duurdere hobby's te bedenken.