zaterdag 21 februari 2009

Wortelen voor mooie ogen?

03/02/2009
Iedereen kent ongetwijfeld het grapje: "Waarom zie je nooit konijnen met een bril? Omdat zij veel worteltjes eten." Wat is hiervan aan?
Wortelen, een bron van bèta-caroteen
Wortelen bevatten zeer veel bèta-caroteen dat deel uitmaakt van de groep van de carotenoïden. Als één van de weinige carotenoïden kan bèta-caroteen in het lichaam worden omgezet in vitamine A. Daarom wordt het ook pro-vitamine A genoemd. Vitamine A komt ook als dusdanig voor in de voeding, namelijk in dierlijke producten zoals lever, boter, vis, eidooier en (half)volle melk en melkproducten.

Vitamine A en onze ogen
Vitamine A is onder meer nodig voor het goed functioneren van de ogen, met name voor het aanpassen van de ogen aan de duisternis. Nachtblindheid kan het gevolg zijn van een langdurig en ernstig tekort aan vitamine A. De meest ernstige vorm van een vitamine A-gebrek is xeroftalmie of uitdroging van de ogen waarbij uiteindelijk letsels aan de cornea ontstaan die kunnen leiden tot volledige blindheid. Veel kinderen in ontwikkelingslanden worden hiervan het slachtoffer. Eén van de pistes die men volgt om hieraan te verhelpen is onder meer proberen om het gehalte aan bèta-caroteen in hun voeding te verhogen.

Van bèta-caroteen naar vitamine A
Er wordt aanbevolen dagelijks 600 tot 700 µg vitamine A (uitgedrukt in retinolequivalenten) per dag in te nemen. Deze hoeveelheid kan gemakkelijk door een evenwichtig samengestelde voeding worden aangebracht, temeer omdat vitamine A ook uit bèta-caroteen kan worden gevormd. Om een deel vitamine A te vormen heb je wel 6 maal zoveel bèta-caroteen nodig.
100 g rauwe wortelen levert 1067 µg vitamine A en dit vooral in de vorm van bèta-caroteen (ongeveer 6400 µg). Dit komt overeen met ruim 1,5 maal de gemiddelde dagelijkse aanbeveling voor vitamine A. De naam bèta-caroteen is trouwens afgeleid van het woord wortel (carrot) omdat het in 1831 voor het eerst geïsoleerd en gezuiverd werd uit wortelen. Bèta-caroteen zit ook nog in andere groenten en fruit, zij het in mindere mate, en in het bijzonder in koolsoorten, donkergroene bladgroenten en geel of oranje gekleurde vruchten en groenten.

Te veel vitamine A is schadelijk. Geldt dit ook voor bèta-caroteen?
Een overdreven vitamine A-inname (meer dan 7500 µg per dag), vooral door het verkeerd gebruiken van supplementen of het eten van te veel lever en leverproducten, kan schadelijk zijn, in het bijzonder ook voor de onvoldragen vrucht wanneer je zwanger bent. Van grote hoeveelheden bèta-caroteen zijn daarentegen geen schadelijke gevolgen bekend. Wel kunnen de ogen en de huid een oranje-gele kleur krijgen door te veel bèta-caroteen. Dit verdwijnt echter zodra er minder van wordt geconsumeerd.

Kool kort koken voor grootste gezondheidswerking

Het is beter kool kort te koken dan lang. Het is zelfs beter dan kool rauw te eten. Uit promotieonderzoek van Martijn Vermeulen van TNO in Zeist blijkt dat na het eten van gekookte koolsoorten slechts een klein deel (10%) van voor kool specifieke gezonde isothiocyanaten terecht komt in het bloed. Na het eten van rauwe koolsoorten is dit deel veel groter (60%), maar bevat het bloed korter deze stoffen.
Een oplossing veel isothiocyanaten langdurig in het bloed te laten circuleren zou kunnen zijn om speciale koolsoorten te kweken en deze kort te koken. Koolsoorten bevatten unieke bio-actieve stoffen, glucosinolaten, die bij het kauwen in de mond en later in de darm worden omgezet in isothiocyanaten. Dit zijn de stoffen uit kool met een positief effect op de gezondheid.
Promotieonderzoek
Voor dit onderzoek heeft Martijn Vermeulen twee studies gedaan. De eerste studie is uitgevoerd met drie proefpersonen die 19 verschillende soorten koolsoorten aten. De onderzochte koolsoorten waren naast de bekende koolsoorten zoals spruiten, witte kool, boerenkool en broccoli, ook rucola, tuinkers, mosterd en radijs. Van deze proefpersonen is de urine geanalyseerd op voor dit onderzoek relevante stoffen. In de tweede studie aten acht proefpersonen broccoli, deze proefpersonen gaven bloed en urine. In de urine en in het bloed werden indicatoren geanalyseerd die een maat zijn voor de hoeveelheid opgenomen isothiocyanaten. Beide studies bevestigen dat kort gekookte koolsoorten langduriger gezonde stoffen in het lichaam opleveren. Isothiocyanaten induceren bijvoorbeeld enzymen die zorgen dat giftige stoffen sneller het lichaam verlaten en hebben op deze manier een gezonde werking.
Op dit onderzoek promoveerde Martijn Vermeulen afgelopen vrijdag 13 februari aan de Wageningen Universiteit (promotoren: prof.dr. Peter van Bladeren en prof.dr.ir. Ivonne Rietjes).
Persbericht http://www.tno.nl/ 2009-6