maandag 19 januari 2009

Gezonde voeding in de geschiedenis


Al duizenden jaren is bekend dat voeding en gezondheid nauw met elkaar verbonden zijn. In het oude China werden volgens traditionele Chinese geneeskunde bepaalde voedingsmiddelen geadviseerd om de levenskracht van het lichaam te versterken. Ook de oude Indiërs, Egyptenaren, Grieken en Romeinen waren bekend met de geneeskrachtige eigenschappen van bepaalde voedingsmiddelen. De vader van de westerse geneeskunde, Hippocrates, vatte het 2500 jaren geleden al zo samen: 'Laat voeding uw medicijn zijn, en medicijn uw voeding', daarom is het van belang dat je de juiste voedingsmiddelen en voedingstoffen tot je neemt.

Hippocrates van Kos (Kos, ca. 460 v.Chr. – Larissa, 370 v.Chr.) was een Griekse arts. Zijn naam betekent paardentemmer. Hij wordt beschouwd als de grondlegger, de 'vader' van de geneeskunde omdat hij als eerste natuurlijke in plaats van bovennatuurlijke oorzaken voor ziekten zag. Hij was een van de eersten die op basis van lichamelijke symptomen een diagnose kon stellen en daarbij een bepaalde therapie voorschreef. Hij haalde dus de geneeskunde uit de taboesfeer van tovenarij en godsdienst.
Een van de grote verdiensten van Hippocrates is dat hij de medische wetenschap scheidde van het heersende natuurfilosofisch denken. Hij legde sterke nadruk op hygiëne, zowel voor arts als patiënt, op gezonde eet- en drinkgewoonten, het belang van frisse lucht en een natuurlijk verloop van processen in het lichaam.
Hij was ervan overtuigd dat gezondheid bij de mens afhing van de balans tussen lichaamssappen; onbalans zou ziekte veroorzaken. Dit wordt de leer derhumores genoemd. Het menselijk lichaam zou bestaan uit vier soorten lichaamssappen: slijm, bloed, gele gal en zwarte gal (χóλоς). De fysieke en mentale toestand (het temperament) en ziekteverschijnselen werden verklaard uit het bestaande gehalte aan de verschillende sappen. Een teveel aan slijm (flegma) zou een flegmatisch of kalm temperament tot gevolg hebben; een teveel aan bloed een sanguïnisch of optimistisch, gepassioneerd temperament; een teveel aan gele gal een cholerisch of prikkelbaar, opvliegend temperament; en een teveel aan zwarte gal een melancholisch, depressief temperament. Een onbalans zou behandeld moeten worden met een dieet.

Geen opmerkingen: